Gemeente Uitgeest koestert eigen karakter

Station, zorg, veiligheid, woningbouw en scholen

Er is een duidelijke wens vanuit de bevolking om het station veilig en schoon te maken. Het stationsgebied zal worden aangepakt en aantrekkelijk gemaakt. Er wordt een fraaie traverse ontworpen om reizigersstromen beter en veiliger te begeleiden. 

De komende jaren blijven de zorgtaken aandacht vragen. Het is belangrijk dat niemand buiten de boot valt. Samen met de inwoners willen we komen tot een goed geregeld zorgpakket en een breed gedragen welzijnsbeleid. De zorg voor veiligheid vinden wij een kerntaak. We maken ons sterk voor bestrijding van vandalisme, criminaliteit en ondermijning en voor het waarborgen van de veiligheid in de wijken. Een andere prioriteit is binnendorps bouwen en verbetering van de inrichting van het centrumgebied door de bouw van een nieuw woon-zorgcomplex voor ouderen en woningbouw op vrijvallende locaties.  

Goede huisvesting voor de basisscholen is belangrijk. Uitgangspunt is dat in iedere wijk een schoolgebouw staat. De vier gedateerde schoolgebouwen ten noorden van het spoor worden vervangen door twee scholen. Eén in het oude dorp en één in De Koog. 

Recreatie en toerisme kunnen als motor van de lokale economie dienen. Daarom wil de gemeente zich samen met de ondernemers sterker profileren als toeristische bestemming in de regio. 

Financieel 

De begroting laat zien dat Uitgeest de komende jaren keuzes moet maken. Binnen de beschikbare middelen is gekozen voor een stevig investeringsprogramma, dat noodzakelijk is om Uitgeest in de toekomst mooi en sterk te houden. De reservepositie is voldoende om de financiële risico’s af te dekken. In de toekomst zullen de financiën een belangrijk criterium zijn bij het al dan niet kunnen doorvoeren van nieuw beleid. Dit zal onder andere aan de orde zijn bij de verdere ontwikkeling van het centrumgebied en het stationsgebied. 

Samen

Uitgeest kan trots zijn op een sterke en goed georganiseerde gemeenschap. Bij de realisatie van de ambities trekt de gemeente de komende jaren graag samen op met de hechte gemeenschap. We bouwen samen aan een vitaal en aantrekkelijk Uitgeest!

De begroting 2019 – 2022 op hoofdlijnen

1.    Financieel meerjarenbeeld 

De begroting kent in 2018 en 2019 een tekort, dat gedekt wordt uit de algemene reserve. Vanaf 2020 wordt een begrotingsoverschot verwacht, waarbij het overschot in 2022  terugloopt tot bijna 0. 

2.    Reserves en voorzieningen

De algemene reserve loopt terug als gevolg van het financieren van incidentele wensen en door de eenmalige dotatie aan de bestemmingsreserve “bijdrage A8/A9” met € 525.000. De bestemmingsreserves nemen met name af als gevolg van de geplande onttrekkingen aan de bestemmingsreserve Ruimtelijke Ontwikkelingen Uitgeest.

3.    Risico’s

Risico’s waarvan onduidelijk is of ze zich gaan voordoen of waarvan onduidelijk is wat de financiële gevolgen zouden zijn, worden niet vertaald in de begrotingscijfers zelf, maar worden wel benoemd in de paragraaf weerstandsvermogen. In totaal tellen deze geïnventariseerde risico’s op tot € 3,8 mln. Niet alle risico’s zullen zich tegelijkertijd voordoen, daarom is (op basis van een simulatie) een benodigd risicovermogen berekend van € 1,8 mln.. De gemeente heeft met name de reserves als dekkingsmiddel beschikbaar. De totale dekking telt op tot € 10 mln.. De risiconorm van 6 die hieruit volgt, wordt gekwalificeerd als “zeer goed”.

4.    Investeringen

In de periode 2019 – 2022 investeert Uitgeest ongeveer € 14,2 mln. in de buitenruimte, riolering, armaturen en beschoeiing. Hiervan is € 4,9 beschikbaar voor de (ver) bouw van 2 scholen. Mogelijke investeringen als gevolg van de ontwikkelingen Stationsgebied en Centrumplan zijn nog niet in de begroting verwerkt.

5.    Leningen 

Op dit moment heeft de gemeente één langlopende lening van € 1mln.. De omvang van de leningen gaat naar verwachting oplopen tot € 16,8 mln. eind 2022. Het investeringsplan is hier met name debet aan. De schuldquote (een verplicht op te nemen indicator van het Rijk) van de gemeente gaat daardoor oplopen van 2% naar 66%. Deze waarde wordt door de provincie nog steeds beoordeeld als een “gemiddeld risico”.